Het Dooie Gat grijpt de macht

De Exportveiling op de toegangsdam naar het Afgesneden Kanaalvlak. Regionaal Archief Alkmaar

De Exportveiling op de toegangsdam naar het Afgesneden Kanaalvlak. Regionaal Archief Alkmaar

Pal naast de binnenstad van Alkmaar ligt een bijzondere erfenis van de aanleg van de spoorlijn naar Den Helder: het Afgesneden Kanaalvlak. Dit schiereiland met z’n ietwat gewelddadig klinkende naam timmert trouwens opmerkelijk aan de weg. Van een overblijfsel van waterstaatkundig reparatiewerk groeide het uit tot een agrarisch handelscentrum en vervolgens tot het middelpunt van de macht in Alkmaar. Dat laatste mag je toch wel zeggen van een plek waar het gemeentelijke stadskantoor, het politiebureau en de brandweerkazerne zijn verzameld?

Het Afgesneden Kanaalvlak – in Alkmaar ook wel bekend onder de minstens zo morbide naam ‘Dooie Gat’ – kwam voort uit de werkzaamheden rond Staatslijn K. Voor de lijn naar Den Helder moest een spoorbrug over het Noordhollandsch Kanaal komen. Als de boel op die plek dan toch overhoop werd gehaald, kon er meteen een foutje uit het begin van de negentiende eeuw worden rechtgezet. Letterlijk, welteverstaan.

Alkmaar had het tijdens de aanleg van het Noordhollandsch Kanaal voor elkaar gekregen dat het tracé zo dicht mogelijk langs de oude binnenstad kwam te lopen. De nieuwe waterweg volgde de stadsgracht aan de noordkant van de stad – dat scheelde ook weer graafwerk – en boog vlak voor het Munnikenbolwerk naar het noorden. De Alkmaarse wens zorgde wel dat het kanaal daar een scherpe, bijna haakse bocht maakte. Dat was lastig voor de scheepvaart. Het Rijk besloot daarom om tijdens de bouw van de spoorbrug in 1865 het kanaal een stuk naar het oosten te verplaatsen en daarmee de vaarroute aanzienlijk af te vlakken.

Alkmaar had daar wel oren naar. Het oude deel van het kanaal zou namelijk blijven bestaan. Door dat aan de noordzijde af te dammen, kreeg Alkmaar er een betrekkelijk ruime, beschutte haven bij. En een schiereilandje dus, want het lapje grond tussen de oude en de nieuwe arm van het kanaal bleef liggen waar het lag. Zo ruim hoefde die bocht nu ook weer niet te zijn.

In 1875, tien jaar na de ingebruikname van het nieuwe kanaaldeel, kocht Alkmaar het schiereiland van het rijk voor 1500 gulden. Veel gebeurde er toen nog niet op. Een officier van de Cadettenschool, adjudant Genefaas, had er een riante woning laten bouwen, waardoor het strookje grond ‘het Eilandje van Genefaas’ ging heten. En ook met de havenplannen van Alkmaar was het uiteindelijk wel los gelopen. Het Regionaal Archief Alkmaar schrijft op de website ‘Oneindig Noord-Holland’ dat er hoofdzakelijk rijnaken aanmeerden met kolen voor de gasfabriek op de Paardenmarkt. In het Afgesneden Kanaalvlak lagen daarnaast vooral houtvlotten, in afwachting van verdere verwerking van de stammen. Wat het ‘haventje’ tot een levensgevaarlijke plek maakte. De plaatselijke jeugd vond de houtvlotten uitdagende speeltoestellen en rende over de in het water drijvende balken. Geregeld vielen er kinderen in het water – af en toe met fatale afloop.

Na de Eerste Wereldoorlog begon de economische bloei van het Afgesneden Kanaalvlak. De gemeente verplaatste de groentemarkt naar het schiereiland en bouwde op de toegangsdam de ‘NV Alkmaarsche Exportveiling voor Land- en Tuinbouwproducten’. Boeren konden hun spullen via het water aanvoeren en de handelaren hadden de mogelijkheid om de groenten per spoor verder te vervoeren – want de Exportveiling had kort na de opening toestemming gekregen om een verbindingslijn naar het goederenspoor tussen station en Kanaalkade aan te leggen. Dat zijlijntje is in 1918 met de nodige feestelijkheden in gebruik genomen. Het agrarische leven op het Afgesneden Kanaalvlak verdween begin jaren 50 weer toen de plannen om de veiling uit te breiden niet doorgingen. De veiling verhuisde vervolgens naar Overdie.

Een ander deel van het schiereiland was in gebruik bij Rijkswaterstaat, dat het gebruikte voor opslag en reparatiewerkzaamheden. Verder waren er een kantoor van Shell en bouwmaterialenhandel ’t Eiland gevestigd. In 1968 werd een deel van het oude kanaalvlak gedempt zodat er een betere toegang kwam. In de jaren 80 en 90 ging het gebied ingrijpend op de schop, met de bouw van de nieuwe Tesselse Brug, een nieuw politiebureau, het stadskantoor van de gemeente en de brandweergarage. Het ooit zo kale restantje grond is daarmee uitgegroeid tot een blinkend, ultramodern stukje Alkmaar.

Advertentie

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s