Het is opmerkelijk hoe prachtige oplossingen soms leiden tot nieuwe, op het eerste gezicht totaal onverwachte problemen. Neem bijvoorbeeld de nieuwe spoorbrug in Alkmaar. Wie had ooit gedacht dat dit de meest populaire illegale sluiproute van de stad zou worden?
Een paar maanden na de opening van de spoorbrug in 1958 verschenen er in het Noordhollands Dagblad berichten over het clandestiene gebruik van de nieuwe ophaalbrug. Voetgangers liepen geregeld de brug op om zo het Noordhollandsch Kanaal over te piepen. De Nederlandse Spoorwegen lieten weten dat dit ten strengste verboden was en de politie waarschuwde dat ze overtreders in het vervolg zonder pardon op de bon zou slingeren.
De zorgen van NS en politie waren natuurlijk terecht. Het ís nu eenmaal gevaarlijk om te voet een spoorbrug over te steken. Weliswaar lag er aan beide zijden een soort wandelpad langs de sporen, maar die waren niet afgeschermd. Als iemand in het gedrang op de spoorbaan terechtkwam, of door een trein werd meegezogen, dan was de ellende niet te overzien.
Dat mensen van die brug gebruikmaakten, was wel weer te begrijpen. Het industrieterrein Huiswaard begon in die tijd langzaam vorm te krijgen. Iedereen die daar werkte en het Noordhollandsch Kanaal wilde oversteken, kon dat alleen via de in het oosten van de stad gelegen Friesebrug doen. De Huiswaarderbrug, de Tesselsebrug en de Ringersbrug bestonden in 1958 nog niet. Iemand die bij wijze van spreken recht tegenover het station werkte, moest een omweg van ruim twee kilometer maken. Geen wonder dat waaghalzen in tijdnood het toch probeerden. Het mocht niet, het was gevaarlijk, maar het scheelde elke dag al gauw twintig minuten heen en twintig minuten terug.
Helemaal onvoorzien was het probleem trouwens niet. Al in 1957 waren er in de raad stemmen opgegaan om de toen in aanbouw zijnde spoorbrug aan één kant meteen te voorzien van een looppad. De kosten leken aanvankelijk mee te vallen: 25.000 gulden, met een jaarlijks onderhoud van 250 gulden. Maar toen de NS er nog eens goed naar gingen kijken, ontdekten ze allerlei technische bezwaren. Wel was het volgens de Spoorwegen mogelijk om aan twéé kanten een pad aan te brengen. Die kosten waren meteen bijna vijf keer hoger: 118.000 gulden met een jaarlijks onderhoudsbudget van 2700 gulden.
Hoewel burgemeester en wethouders én de gemeenteraad zich grote zorgen maakten over de oeververbindingen in het noorden van Alkmaar, vonden ze ruim 100.000 gulden voor twee eenvoudige looppaden veel te veel. De brug in de nog aan te leggen Randweg om Alkmaar stond al in de planning. De Huiswaardgangers moesten gewoon even geduld hebben, dan kwam het allemaal wel goed.
Dat geduld hadden ze natuurlijk niet. In 1968, tien jaar na de opening van de spoorbrug, waren de oeververbindingen nog steeds even gebrekkig. Opnieuw kwamen er verzoeken om de twee looppaden aan te leggen, maar burgemeester en wethouders wezen die vanwege de kosten opnieuw af. En dus slopen de Huiswaardgangers nog steeds stiekem over de spoorbrug het Noordhollandsch Kanaal over.
De NS plaatsten grote borden dat de brug verboden terrein was voor voetgangers en lieten de spoorwegpolitie bekeuringen uitdelen. Dat verminderde de toestroom een beetje, maar zeker niet helemaal. De spoorwegpolitie besloot daarom in september 1968 ingrijpender maatregelen te nemen: ze ging de spoorbrug bewaken. Op wisselende tijden postte een lid van de hondenbrigade van de spoorwegpolitie er om de hardleerse overstekers op de bon te slingeren. Dat hielp. Als die agent er met zijn hond stond. Maar zodra de kust weer veilig leek, slopen de Huiswaarders even goed weer vrolijk de brug op.
Een paar jaar later begon het Alkmaarse stadsbestuur het toch wel benauwd te krijgen. In 1971 zouden de eerste huizen van de nieuwbouwwijk Huiswaard 1 gereed zijn, waardoor er ongetwijfeld nóg meer mensen het Noordhollandsch Kanaal over wilden. De Huiswaarderbrug in de Randweg om Alkmaar was er echter nog steeds niet – even los van de vraag of die brug een ideale, korte route naar het centrum opleverde.
Om de problemen voor te zijn, had het gemeentebestuur de NS in 1970 gevraagd de nieuwe stadswijk een eigen station te geven. Dan hoefden de Huiswaarders niet naar station Alkmaar te lopen om de trein te nemen. Dat scheelde weer. Het college voorzag echter dat dat nieuwe station er niet binnen een jaar zou zijn. De Alkmaarders hadden daarom nog een tweede verzoek aan de NS gedaan: of ze misschien dan toch maar die twee looppaden wilden aanleggen.
In de zomer van 1973 kwamen ze er dan eindelijk. De spoorwegen plaatsen stevige stalen hekken langs de paden, et voilà: Alkmaar-Noord had zijn directe verbinding met het station.
Een ideale loop- en fietsbrug is het niet, zoals iedereen weet die er wel eens gebruik van heeft gemaakt. Het pad is smal en eigenlijk nauwelijks geschikt voor tweerichtingsverkeer. Fietsers en voetgangers rossen er desondanks vrolijk in beide richtingen overheen, waarbij vooral de wielrijders op de smalste delen de doorstroom met enige hoffelijkheid en anders met uiterste stuurmanskunst moeten zien te garanderen.
De echte oplossing voor het langzame verkeer is er pas in november 2014 gekomen, met de voltooiing van de nieuwe Victoriebrug – een loop- en fietsbrug die pal naast de spoorbrug is verrezen. Opmerkelijk genoeg heeft die nieuwe brug nadat ze klaar was enkele maanden noodgedwongen met haar klep omhoog gestaan. De Victoriebrug wordt samen met de spoorbrug bediend. De software die daarvoor nodig is, kon ProRail alleen tijdens een ‘buitendienststelling’ testen. En dat kon pas drie maanden na de oplevering van de brug, in februari 2015, toen het treinverkeer rond Alkmaar een weekend stillag vanwege de plaatsing van de nieuwe traverse op station Alkmaar.